Ik belandde in een villa en voelde me eenzamer dan ooit

Veel mensen dromen over het maken van een bijzondere reis. Eentje waarin je niet naast tientallen Chinezen, Amerikanen of Europeanen hetzelfde kiekje maakt met je Iphone of Ipad. Maar soms moet je gewoon dat ticket boeken en gaan!

Met mijn verhaal wil ik jou inspireren om op een andere manier te reizen. Omdat ontmoetingen met locals, vaak als waardevolle herinneringen worden ervaren.

Lees hier één van de zestig hoofdstukken uit mijn boek. Wil je alles lezen? Bestel dan snel mijn boek!

30 juni 2018 – Townsville – 70672 km

Fred’s moeder geeft me een hand. “Hi, I’m Kris”, stelt ze zichzelf voor. Na twee geweldige weken op de boerderij van Fred roept het avontuur weer. “You can stay tonight at my mum’s place and then she will drive to Townsville.” Fred en Anna gaan er zelf niet zo vaak naartoe. Zij voelen zich thuis in het lege landschap.

Het is een uurtje rijden, maar als ik de volgepakte auto zie, vraag ik wat haar plan is: “We are driving to Townsville right away”, antwoordt ze. “Oh, Fred didn’t tell me that”, reageer ik verbaasd. “But no worries, you can stay tonight in my apartment. We go there to enjoy the beach and do some shopping every now and then.” Het is maar goed dat ik door al het reizen zo flexibel ben geworden in planningen. Het is niet de eerste keer dat ik totaal zonder planning rondreis, onwetend waar ik de nacht doorbreng.

Zolang je niet bang bent voor het onverwachte, komt het altijd goed, heb ik ervaren. Het is al donker als we Townsville binnenrijden. Een redelijk grote kuststad voor Australische begrippen. Het appartement van mijn nieuwe host bevindt zich op de bovenste verdieping. Ik open de deur en kijk mijn ogen uit. Appartement? Dit is wat je een penthouse noemt. Vanaf het balkon kijk ik op het strand recht voor ons. “You can choose any of the beds.” Ik tel er vijf. Na een heerlijk nacht vertrekt Kris de volgende morgen alweer. “Feel free to stay as long as you like.”

Kapot van de eenzaamheid

Are you sure?” vraag ik voor de zekerheid. Dat is wel heel gastvrij. “Yes, here are the keys.” Tien minuten later is ze vertrokken. Wow, wat een vertrouwen. Mooi dat het nog bestaat. De volgende dagen geniet ik van een penthouse voor mezelf. Ik wandel langs de kust, werk achter mijn computer op het terras en zwem wat rondjes in het grote buitenbad. Eindelijk helemaal alleen, jeetje, daar was ik wel aan toe zeg! Maar als het weekend aanbreekt, begint het te kriebelen.

Daar zit ik dan in een penthouse, me vooral eenzaam voelend. Het belachelijke is dat hier autoraces gaande zijn. Alle hotels zijn volgeboekt. Penthouses worden verhuurd voor 3000 dollars per week. En ik zit hier met nog vier lege bedden. Het huis staat best vaak leeg, vertelde Kris me al. Ze verhuurt het niet aan toeristen. Om de eenzaamheid te verdrijven probeer ik via een app met mensen af te spreken, maar iedereen zit te ver weg. Welke backpacker zit er dan ook op een dure toplocatie als deze?

.

Voordat ik naar bed ga, bel ik nog even met Jantien, mijn cabinegenootje van de cruise. Als digital nomad reist ze ook in haar eentje de wereld rond. Ik leg mijn eenzame penthouse situatie aan haar uit. Ze begrijpt het.

“Ik ben steeds omringd door mensen die ik eerder heb ontmoet of andere digital nomads. Ik zou gek worden als ik zou reizen zoals jij. Je bent echt helemaal alleen en komt alleen maar nieuwe mensen tegen. Geen oude vrienden waar je je verhaal mee kan delen. Mis je dat niet?”

“Ja, op momenten zoals deze wel”, antwoord ik eerlijk. “Zolang ik fijne mensen om me heen heb, valt het mee. Maar het zou wel fijn zijn om wat diepere vriendschappen te krijgen.”

Ze antwoordt: “Ik kan ervoor kiezen als ik tijd voor mezelf wil, jij moet je constant aanpassen aan de situatie waarin je terecht komt.”

Als ik ophang besef ik dat ze gelijk heeft.

Fuck. Ik moet onder de mensen komen, en wel nu! Het is zaterdagavond, het is heerlijk warm weer en ik zit verdikkeme alleen. Via Couchsurfing kom ik in contact met een Duitse reizigster, Esther.

Ze typt: “I’m having a drink with another girl tonight, but feel free to join us at the Cactus Saloon.”

“Great, yes I will be there in twenty minutes!” typ ik terug.

Het is twintig minuten lopen. Halverwege stapt een groep jongens een taxi in. Ze bieden me spontaan een lift aan. Ik hou van Australiërs. Een grote cactus verwelkomt me in de bar en ik pak mijn mobiel. “I’m here, where are you?” Ik wacht een paar minuten en besluit haar te bellen als ik geen antwoord krijg.

Voicemail.

De minuten strijken voorbij en ik sta wat onhandig bij de garderobe te wachten. Het is nog vroeg in de avond en ik voel me te onzeker om zomaar mensen aan te spreken. Ze heeft maar één foto op haar profiel. Ik kijk nog eens goed rond. Nee, ik zie haar hier nergens. Ze wist toch dat ik eraan kwam? Dan kijk je toch wel binnen een half uur op je telefoon? De moed zakt me in de schoenen. Zal ik naar huis gaan? Dan gaat mijn telefoon ineens over.

“Hi girl, come to the rooftop”, schreeuwt iemand met een Duits accent. Ik ga naar boven en duw de deuren richting balkon open. Ik zie allemaal feestgangers verkleed als Wonder Woman of Spiderman. Hier is duidelijk een privéfeestje gaande. Esther omhelst me direct en stelt me voor aan een Engelse vriendin. “We ended up here by accident and discovered that we can order drinks for free.” Ze giechelen en kijken me met kleine oogjes aan. Ze zijn al aardig dronken. Op de bar staan acht drankjes klaar om achterover te gieten.

“So, where are you from?”

“The Netherlands.”

Ik krijg spontaan een omhelzing. “Dutch people are awesome, they can party like hell!”

Nog voordat we überhaupt een gesprek voeren, drukken ze twee shotjes in mijn hand. Ik besluit niet weer zo dronken te worden als vorige week. Ik vertel het Lia en bestel ook een glas water. Binnen een uur zijn Esther en de Britse meid zo dronken dat ik ze moet vasthouden op de dansvloer. Ik kijk rond of er andere leuke mensen zijn, want deze gaan het niet lang volhouden. Ik zie een mooie jongen, met een prachtige bos krullen en diepbruine ogen.

“Hi, where are you from?” schreeuw ik boven de muziek uit. “You kind of look Moroccan.” Wow, dit is helemaal mijn type. “What? Really? No, I’m Aussie honey, but my dad is an aboriginal. That’s why I have a bit of a darker skintone”, antwoordt hij met een zwaar Australisch accent.  Where are you from? Your accent is so cute and sexy.”“Haha, I never heard that! Dutch people hate their accents.”

Hij heeft geen idee waar Nederland ligt en ik pak Google Maps erbij. Het valt me op hoeveel Australiërs nooit hebben gereisd.“I haven’t met any aboriginal yet. Do you still feel connected to the aboriginal culture? wil ik weten. “And what is your name by the way?”

Hij stelt zich voor als Evanda.

“Nah, we are a modern family, but we are a big family which is typical for an aboriginal culture. I have nine brothers and sisters.” Despacito van Louise Fonsi blaast uit de speakers. We dansen dichter tegen elkaar aan en ik voel zijn hand over mijn rug naar beneden glijden. Net als ik hem wil zoenen, loopt hij weg.

Wat in de war dans ik verder bij de rest van zijn vrienden. Tien minuten later besluit de hele groep de Cactus Saloon te verlaten en we wandelen naar Mad Cow, de volgende nachtclub. Evanda kent de halve bar merk ik. Hij loopt van de een naar de ander, druk groetend en pratend. Hij negeert mijn oogcontact. Wat is dit? Ik snap het niet.

Feesten in Mad Cow

In de Mad Cow komt nu een vriend van Evanda dichter bij me dansen en pakt mijn hand vast. Even weet ik niet wat ik moet doen. Ik zoek Evanda, maar die is druk in gesprek met een andere meid.

“Hi, I’m Kalum“, stelt hij zich netjes voor.  “That’s a beautiful name”, zeg ik. “Yes, it’s aboriginal. My mum is indigenous.” Zo spreek je nooit met Aboriginals en zo ontmoet je er twee na elkaar. We kletsen nog wat verder totdat de muziek stopt. Het nachtleven eindigt hier al om twee uur ‘s nachts. Ik loop met Kalum naar buiten en zie Evanda bij de rest van de groep vrienden staan.

“In which hostel are you staying?” vraagt Kalum. “Hostel? I don’t do hostels. I stay in a penthouse”, en geef hem een knipoog. Hoe vaak kan ik dat nou zeggen? Ik geniet van de reactie op zijn gezicht. Dat verwacht je niet van iemand met afgetrapte All Stars. “Huh, what do you mean?” vraagt hij met grote ogen. Ik laat hem een foto zien. “Hell no! How is that possible?”

“Well, I’m full of stories. I’m even writing a story about all my experiences.” Hij biedt aan om me naar ‘huis’ te brengen, want het is nog een eindje lopen. “It’s here.” Ik wijs hem het gigantische balkon aan. Kalum legt zijn hand in mijn nek en geeft me een zoen. “So, am I gonna be in your book?” vraagt hij met een glimlach van oor tot oor. “Well, that depends on if this is gonna be a good story or not”, knipoog ik. Ik zeg gedag en wandel alleen naar boven. De lakens van het fijne bed trek ik nog wat hoger op. Ook al ligt er niemand naast me, alleen voel ik me door deze leuke avond niet meer.

***

Prrrrrr, prrrrr. Mijn telefoon rinkelt. Met een half oog kijk ik op mijn mobiel. Het is Kalum.

“Are you awake?”

“Well, I am now :P”

“You wanna hang out?”

“Sure, you want to come over in my penthouse :P”

Already on my way :)”

***

Het is 17:00 uur. Kalum is vertrokken. Ik zit wat te werken achter mijn computer als ik een sms’je krijg. “Hi girl, what are you up to? x Evanda.” Ik krijg een glimlach op mijn gezicht. Mmm, zal hij dan toch aan me hebben gedacht? Of is hij nu jaloers op Kalum? Waarschijnlijk hebben die twee elkaar vandaag ergens gesproken.

“Just chilling in a penthouse, like a millionaire.”

“Surely you’re keen on a bit of fun”.

“Well, I’m alone and just working. Not heaps of fun though.”

“Who says you have to be alone?”

Serieus, mannen ook altijd. Waarom wil hij nu wel afspreken en negeerde hij me afgelopen nacht in de bar? Uiteindelijk liep hij weg van die meid. Het was gewoon een oude bekende, hoorde ik later.

So, I’m confused. Why did you not respond yesterday, while we were dancing?”

“Could this be a chance to make it up to you?”

“Not sure.”

Ik voel me lullig tegenover Kalum, maar ben te nieuwsgierig naar Evanda.

“You know Kalum was here this morning, right? I don’t want to hurt his feelings.”

“Is that what you’re worried about?”

“Yes.”

“No worries, you’re not a girlfriend to one of us.”

Tja. Daar heeft hij gelijk in.

Op het strand met Evanda

Ik voel het koude zand tussen mijn tenen als we over het strand wandelen. Voorzichtig pakt Evanda mijn hand en we slenteren verder met een Corona in de andere hand. Hij vertelt dat zijn moeder een paar maanden geleden is overleden en hij nu samen met zijn vader voor het hele gezin zorgt.

“I’m the only one with a driver’s license, so I’m kind of a taxi driver now. My life is on hold at this moment, because of what happened to our family. I’m so jealous of your adventurous life. One day I hope to join the army here in Townsville.” Tot diep in de nacht praten we door en ik had niet verwacht dat het zo’n lieve oprechte jongen zou zijn. Grote bruine ogen staren me aan en een tikje nerveus strijkt hij door mijn haar.

“I never kissed a girl from Europe.”

“Well, perhaps it’s time to start your adventurous life than”, grap ik terug.

In mijn achterhoofd voel ik me lullig tegenover Kalum, maar tegelijkertijd voelt dit zoveel beter. Ach, wat kan mij het ook schelen. Ik hoef me tegenover niemand te verontschuldigen en aan niemand verantwoording af te leggen. We gaan ergens zitten en trekken nog een biertje open. Het begint flink af te koelen buiten, maar langzaam opent hij de knoopjes van mijn blouse. Even twijfel ik of het niet veel handiger is om naar het penthouse te gaan, maar nee, dat kan ik echt niet maken. Ik weet dat er een camera bij de ingang hangt. Ondanks de kou, de onromantische setting en schurende zandkorrels, voel ik me goed en geniet ik van deze mooie, lieve jongen. Dat nare gevoel van altijd maar alleen zijn is volledig verdwenen. Maar het bezoek aan mijn volgende host brengt me nog veel meer van de kaart.